Eindelijk mag je dan achter de naaimachine. We gaan eerst kleine test lapjes maken voordat je gelijk in voor het echt gaat. Samen met de beschrijving, tekeningen en video’s leg ik je uit hoe je stap voor stap lingerie leert maken.
Kleine stapjes vragen vaak veel geduld, maar vooral ook oefening. Dus oefen, oefen en nog eens oefen. Hoe meer jij oefent, hoe makkelijker je het later krijgt. Is er iets niet duidelijk laat het in de facebook groep weten. Misschien ben je niet de enige en leg ik het bijv krom uit. Samen kunnen we er voor zorgen dat jij alle kennis tot je neemt.
Ik kan je niet verplichten om een lockmachine aan te schaffen, maar als je er één hebt, weet ik zeker dat je er heel blij mee gaat zijn of al bent. Het zorgt voor een mooie afwerking die ook nog eens elastisch is.
Het lastige aan locken is het beginnetje. Vaak verschuift de bovenlaag ten opzichte van de onderlaag. Het helpt om de twee begin puntjes vast te plakken met lijmstift of wondertape. Let er ook op dat je bij het locken niet op je spelden komt. Je spelden gaan ervan kapot net als je mes. Deze kan beschadigd raken en je hebt er een braam op of hij is bot.
Het locken gebruik je bij de zijnaden van slips, body’s, badpakken, kruisnaad en wat nog niet meer. De locksteek is elastisch. De goede kant van de locksteek is waar je de stiklijnen ziet. Zorg er ook altijd voor dat valling van je naadtoeslag dezelfde richting opvallen. Dat is trouwens met alle naden in je werk ongeacht welke steek je gebruikt. Wel is het zo dat we vaak zeggen, werk altijd ook of van boven naar beneden of van beneden naar boven.
Een lockmachine doet het of hij doet het niet. Als de steek er niet mooi uitziet, begin dan maar eerst met opnieuw in te rijgen. Zorg dat de draden goed door de spanningsgeleiders zitten. En al denk je soms, dat je hem echt goed hebt ingeregen, helaas maar waar, er hoeft maar 1 draadje niet goed te zitten en de locksteek is niet mooi.
Het is nu niet aan mij om te vertellen hoe je jouw machine moet inrijgen, daar moet je voor bij je naaimachinedealer zijn. Maar je steek moet er als volgt uitzien. Je lussen horen nagenoeg haaks op de zijkant van je stof te zitten. Wanneer je spanning te strak zit, zal deze je stof aan de zijkant doen omkrullen. Dat is iets wat je niet wilt.
De twee draden van de grijper (dus niet de naalden) moeten zich aan de zijkant van de stof mooi verlussen. En de stiksteken mogen niet te strak of te los zitten.
Wil je goed kunnen testen of je steek goed is, test dan eerst met hetzelfde soort garen en materiaal als je project met 4 verschillende kleur draden in je lockmachine. En de stiksteken mogen niet te strak of te los zitten.
Ben je niet tevreden over je steek, haal hem dan als volgt uit.
Draai je werk met de goede kant (stiklijnen) naar je toe en haal voorzichtig de steek los, zodat je op het eind met 2 korte(naalden) en 2 lange (grijper) draden zit. Draai je werk met de goede kant (stiklijnen) naar je toe en haal voorzichtig de steek los, zodat je op het eind met 2 korte (naalden) en 2 lange (grijper) draden zit.
Trek nu aan de draad van de rechternaald (de binnenste) en houd je werk en de overige steken goed op hun plaats. Je werk zal nu in elkaar frommelen, duw het weer in zijn fatsoen, maak het weer glad. Hierdoor zal dus de rechternaald draad uit het werk gaan. Trek dan vervolgende de andere korte draad eruit.
Zigzag stap 1 (Gebruik hierbij een rechthoekige strookje 1/4)
Je zet je picot met een bepaald rekpercentage uit. Meestal gebruik ik min 15%.
Je meet je patroondeel op en noteert je gemeten lengte op je patroondeel en schrijft daarachter je -15%. Dus 10cm-15%= 8,5cm
De reden dat ik het zo noteer, is dat ik altijd terug kan vinden op mijn patroondelen welke rekpercentage ik heb gebruikt. Daarnaast is het ook nauwkeuriger. Verder mocht je ervaren dat het ergens te los of te strak zit, kun je precies op die plek al dan niet je rekpercentage meer of minder doen. Zeker bij klantwerk is dit handig. Dus mijn advies leer je dit aan.
Picot heeft een zachte kant en een schulprandje.
Je stof ligt met de goede kant boven en je picot met de zachte kant boven. De gladde kant van je picot ligt tegen de rand aan van je naad. Speld dit vast. Al dan niet met je spelden dwars op het picot. Maar dat is voorkeur.
Vervolgens naai je dit vast met een zigzag. De naaldstand is ca 2 mm van tandjes af.
Want komt de steek te dichtbij de tandjes, dan kun je het picot niet meer goed omvouwen.
Let erop dat je de lycra niet uitrekt. Je trekt er zo aan, dat het glad onder het picot komt te liggen.
Ik begin altijd een stukje verder dan gelijk aan het begin van mijn stofje. Ik ga namelijk altijd eerst achteruit en dan pas vooruit. Hiermee voorkom ik dat mijn stof en picot stroopt, dan wel in de machine blijft hangen. Verder hou ik altijd bij de eerste 2 steken mijn draden vast. Zodat de draden bovenop de machine blijven liggen en niet mee de naaimachine mee ingaan. Ook daarmee voorkom je gedoe. Dan weet je zeker dat gelijk de eerste steken goed gaan. Ik gebruik steeklengte 3 of 3,5 en breedte 3 of 3,5 op mijn Bernina 710. Maar dat wil niet zeggen dat dat bij jou ook zo is. Test het vooral en controleer of je steek niet te klein is.
Test het met enkele laag lycra en bij het doorstikken 2 lagen. Met dezelfde materialen als je project.
Zigzag stap 2 (gebruik hierbij weer een nieuw rechthoekig strookje 2/4)
Eerst herhaling van stap 1.
Vervolgens knip je eventuele stof wat boven het randje van het picot uitsteekt weg en vouw je picot om richting de verkeerde kant van de stof.
Als het goed is zie je nu de schulpjes regelmatig uitsteken.
Speld je picot vast. Let op dat het wel soort haaks ligt op je rand, dus niet te veel verschuiven naar boven of beneden op de naad. Anders creëer je blazen/ bobbels bij het doorstikken. Eigenlijk hetzelfde als bijv bij spijkerbroeken waarvan de pijpen gedraaid liggen.
Stik het vervolgens door met of dezelfde zigzag of net ietsjes groter. Dat hangt helemaal af van de dikte van de materialen. Je wilt dat de steken op je werk liggen en er niet ingetrokken zit. Want hoe dikker de stof hoe kleiner je steek wordt. Test het maar bijv met meerdere lagen lycra op elkaar.
Maar nu moet de uitslag van de zigzagsteek aan de gladde kant van je picot komen. Want hoe meer jij in het midden komt met je steek hoe meer jij onder het picot kan kijken en is het dus niet mooi afgewerkt.
En je stikt altijd aan de goede kant van je werk. Richt je bijv op een gleuf in je voetje. Als je net als ik een naaimachine hebt met een 9mm steekplaat en een open voet (20C/D) dan hoeven wij alleen maar ons werk tussen de openvoet in te leggen en hoeven wij onze instellingen niet te veranderen.
En nog een detail, je steek moet altijd alleen op je picot zitten, dus er niet buiten. Komt het erbuiten, dus 1 steekje op je lycra, dan kan je lycra uiteindelijk gaatjes gaan krijgen.
Stikkende zigzag stap 1 (gebruik hierbij een nieuw strookje 3/4)
Je kunt het aanstikken op dezelfde manier doen als zigzag stap 1.
Ik had vroeger geleerd om het met een stikkende (genaaide) zigzag aan te zetten. Ik ben daar echter vanaf gestapt. Ik vind het persoonlijk geen toegevoegde waarde. Het is lastiger uit te halen als je stof er niet goed onder ligt en het kost veel meer garen en bovendien duurt het veel langer.
Maar dat is weer persoonlijke keus.
Stikkende zigzag stap 2 (gebruik hierbij het laatst overgebleven strookje 4/4)
Ook hier doe je hetzelfde als bij stap 2 van de zigzag alleen gebruik je nu dan de stikkende (genaaide zigzag)
Let erop dat de steken niet te dicht op elkaar zitten, want ook dan haal je de rek eruit, dan wel dat het gaat golven.
Het voordeel van een stikkende zigzag is dat deze meer verdoezelt. Bij het doorstikken van het elastiek wil je dat je steken overal even lang zijn. Bij het overpakken van het picot, dus het doorvoeren van je stof, zie je vaak dat de steek eerst wat kleiner wordt en vervolgens bij het weer uitrekken de steken groter wordt.
Bij de stikkende zigzag valt dit minder op dan wanneer je een zigzag gebruikt.
En laat je vooral niet ontmoedigen, ook hierbij is oefening baart kunst. Veel reepjes knippen/snijden van verschillende soorten lycra en picot. En oefenen maar. Je krijgt als het goed is op een gegeven moment een vast hand hierin en zal je het doorvoeren verschil niet meer zien.
Stiksteek (door)stikken (2 rechte strookjes)
Dit is misschien wel het simpelste van allemaal, maar vergis je er niet in.
Het bepaalt je aangezicht natuurlijk. Je gebruikt het oa bij de deelnaad van je bovencup en ondercup.
Stap 1 is de 2 reepjes met de goede kant op elkaar te leggen. Zet het vast al dan niet met je spelden dwars.
Check nu je afstand van je naald ten opzichte van je zijkant voetje. Bij Bernina 5mm steekplaat en mijn Husqvarna is dat één cm. Leg je centimeter onder het voetje en dan het voetje precies langs het streepje van de cm. Verplaatst dan je naald helemaal naar links. Controleer dan met je naald naar beneden op de cm of je dan precies uitkomt.
Bij een 9mm plaat laat ik mijn naald precies in het midden, bij een Pfaff en Janome moet je het controleren. Want de ene machine als je de naald helemaal naar links zet heb je een breedte van 12mm en bij een ander is het 5mm.
Maar waarom doe ik dit. Op deze manier werk je altijd nauwkeuriger dan wanneer je de streepjes volgt op de steekplaat. Dus wen je dit echt aan. Zeker ook handig bij bochten. En omdat we heel vaak de 1cm naadwaarde gebruiken.
Kortom opnieuw stap 1:
Je hebt je stof op elkaar gespeld. Zet nu je naald zo op 1cm dat als je met je stof langs rand van de voet kunt gaan stikken. Zorg dat de steeklengte niet te klein is, maar ook niet te groot. Dit kun je controleren door als het gestikt hebt. Leg de naad open en controleer de ruimte tussen de steek. Is deze veel te groot, dan kleinere steek.
Dan stap 2, hierbij gebruik ik de middengeleider. Ook zo’n standaard voetje wat ik altijd gebruik. Leg nu de naden open, dus aan weerskanten van de naad zit je naadwaarde.
Stik door aan de goede kant van de stof. Het kan zijn dat je de steeklengte moet aanpassen om ervoor te zorgen dat deze niet in de stof gezogen wordt, ipv op de stof ligt. Als je naald al naar links stond, dan hoef je nu niks te veranderen.
Je stikt dan automatisch door op de goede afstand van de zojuist gestikte naad. Je zult vermoedelijk 2 a 3mm van de kant afstikken.
En ongeacht welk project, als je deze naaitechniek hebt toegepast, kun je het altijd weer herstellen op dezelfde breedte.
Vervolgens knip je de overtollige naadwaarde af. Zo dicht mogelijk tegen het stiksel zonder ‘hak hak’. Oftewel je wilt niet zien dat het geknipt is. Gebruik hier je applicatieschaar of je kleinere schaartje. Let op dat je geen gaatje knipt in je stof of je stiksel kapot knipt.
Lingerie elastiek (framilon) (kant strook)
Dit zet je min 10% rek tegen je bovencup aan. Tenzij je een volle borst hebt, dan 5%.
Zorg ervoor dat je altijd een begin stukje en een eind stukje hebt om ervoor te zorgen dat je het gemakkelijker door de machine heen kunt “trekken”
In de regel kun je stellen dat steeklengte 2x zo groot is ten opzichte van de steekbreedte. Je gebruikt een flauwe zigzag dus. Of als je op je naaimachine de ‘ronde’ zigzag hebt, dan gebruik je die. Het belangrijkste is dat je zigzag rustig ligt op je project. Het mag geen bobbel veroorzaken. Het komt tenslotte tegen je huid aan en is ook zichtbaar onder je kleding. Als je steek te dicht op elkaar zit, zie je vaak dat het elastiek omkrult. Je steken mogen uiteraard alleen op het elastiek zitten. En ook hierbij stik je aan de goede kant.
Het elastiek komt tegen het diepste dal aan van je zelfkant. Let erop dat je het niet te laag doet, want dan kan de zelfkant/ schulprand omkrullen. En je tule wat je wilt vast zetten steekt er dan uit. De tule is bij de bh, nu als oefenproject nog niet.
Het transparante elastiek is wat stugger en daar komen gaatjes in als je het uithaalt. Het gekleurde lingerie elastiek is wat smaller, echter vind ik het gemakkelijker. Maar ook dat is persoonlijke keuze.
Je kunt ook bij zwaardere boezem picot gebruiken in plaats van lingerie elastiek. Dan gebruik je de zigzagsteek. En ook dan is de rek min 10% of 5%.
Tip. Dit elastiek wordt ook weleens gebruikt bij schoudernaden in kleding of langs de hals.
Dat is het gedeelte tussen je borsten. Het verbindingsdeel tussen linker – en rechterborst.
Deze kun je op verschillende manieren maken qua looks.
Met zelfkant aan de bovenkant, met zelfkant aan de onderkant of aan de bovenkant glad afgewerkt.
Allereerst is het belangrijk dat je het patroondeel goed uitknipt en rekening houdt waar de naad zit.
Om te voorkomen dat het fout gaat, zorg ik bij kantgebruik altijd ervoor dat het patroondeel geheel is uitgewerkt, dus geen stofvouw maar dat je de andere kant eraan vastplakt.
Zet streepjes op het midden en op de 1cm naad toeslag. Kontroleer dat je middendeel aan de bovenkant niet groter is dan 4cm (incl naad) of 3,5cm. Want als je het uiteindelijk hebt vervaardigd, mag je middendeel in je bh, nooit groter zijn dan 2cm.
Geen zelfkant (oefenproject lycra met tule)
Zorg dat zowel je buitenlaag (kant, lycra) aan de bovenkant 1cm naad toeslag heeft, net zoals je tule of charmeuse laag.
Je legt de tule met de goede kant op de goede kant van de lycra.
Je kunt slecht zien dat de goede kant is van de tule. De beste manier om te weten wat de goede kant is van de tule, is voelen met je bovenlip. De ene kant zal ruwer aanvoelen dan de andere kant. De ruwe kant is dan de verkeerde kant.
Stik het aan de bovenkant op 1cm naad.
Ook hierbij zet je de tule laag vast, zodat hij niet naar voren kan verschuiven.
De naadtoeslag van de tule en lycra worden op de tule vast gestikt, knip het korter af en vouw het weer dicht zodat het één geheel wordt en rijg het vervolgens.
Middendeel kant met bovenkant zelfkant ( kant en tule)
Dit is een andere manier als bovengenoemd en de hieronder genoemde manier ga je leren bij de bh vervaardigen.
Stoflegging
Schuif nu je patroondeel tegen de boogjes aan. Kijk of je met de naadtoeslag evt ergens in een dal uit kan komen. Zo niet, schuif, zoek zo goed mogelijk waar het mooi uitkomt. Kijk desnoods met het patroondeel onder je kant. Als je verderop in de thuislessen de bovencup hebt geknipt, let je er ook op of het patroon al dan niet doorloopt, er logisch uitziet gezamenlijk.
Afijn je hebt het geknipt, zet de pastekens erop en vervolgens knip je het tule deel.
Je tuledeel heeft altijd daar waar een zelfkant aan de buitenkant zit, een naadtoeslag van 1cm. Zet ook hier je pastekens erop.
Leg nu de goede kant van het kant op de tafel. Leg je tule zo neer dat hij met 1cm naadtoeslag over je schulpjes ligt en de rest op tafel. Zet 2 spelden en stik het met een gewone stiksteek vast.
Dan ga je nu hetzelfde doen als bij een rok of broek tailleband, als je dat mocht weten.
Ik wil voorkomen dat de tule als het waren naar voren kan verschuiven. Dus je zet de naad van de tule vast op de tule. Dus je krijgt geen stiksel te zien aan de goede kant van de stof. Dit kun je met de middengeleider doen, al is het maar een klein stukje. Stiksteek niet te klein weer. Gebruik evt scheur en trek zodat het niet in je steekplaat verdwijnt. Je mag aan en afhechten, mits het geen bobbel wordt van het samentrekken van de stof
Knip de overtollige naadtoeslag af en leg de 2 lagen zo op elkaar dat ze één laagje lijken. Rijg het vervolgens binnen de 1cm naadtoeslag. Let erop dat aan de goede kant van het kant, geen tule te zien is en ook dat je het dal intact gelaten hebt. En dat het recht oogt.
Zelfkant aan de onderkant
Dat is wel iets voor de gevorderden.
Want behalve dat dan de schulppand aan de onderkant komt te zitten, moet je bij het vervaardigen van je bh, rekening houden met je picot.
Je picot wordt nu namelijk niet op dit gedeelte omgevouwen, maar erachter gestikt.
En je patroondeel moet je aanpassen.
Je haalt op de stofvouw aan de onderkant namelijk 1cm weg. Aan de bovenkant komt natuurlijk dan je naadtoeslag en aan de onderkant maak je het recht zodat het tegen het schulpje komt. Ook hier let je natuurlijk op dezelfde dingen als wanneer het schulpje aan de bovenkant zit. Verder is de afwerking van de tule hetzelfde.
De moeilijkheidsgraat zit hem in de aansluiting op je zijpaneel in combinatie met je picot.
Je zijpaneel wordt namelijk voorzien van een picot aan de onderkant. En zoals je geleerd hebt, stik je dat aan, en vervolgens stik je het door. Maar dit middendeel doe je natuurlijk niet omvouwen.
Dus bij het aan elkaar naaien van de 2 patroondelen, zal het zijpaneel je naadtoeslag uitsteken en bij het doorstikken, leg je het picot er plat achter.
Kruisbeleg (als test maar stukje van voorkant (kruis) en een klein stukje bips)
Deze techniek van het blind weg werken van naden, gebruik ik zeer regelmatig. Ik vind dat je hiermee het verschil maakt van knutselvreugde naar prachtig handwerk. Soms moet je echt je brein aan het werk zetten hoe je het creëert, maar hoe meer je maakt en logisch nadenken dan wel testen (eerst bijv ook het gewenste resultaat spelden) krijg jij dat ook voor elkaar.
Je legt de goede kant van voorpand op tafel, de goede kant van het kruisje leg je er bovenop, met de ronding van het kruis, waar hij moet eindigen. In je echte project zouden er aan weerskanten een passteken staan (dus de meeste stof van het kruisje ligt richting de meeste stof lycra). Je stikt met een grotere steek op één cm naad.
Ik zorg er altijd voor dat mijn kruisje er iets ruimer in zit. De reden dat ik doe is, vanwege het evt krimpen van het katoentje. Soms zie je van die slips waarbij het kruis helemaal verfrommeld uit de droger komt. Toch zonde van het aangezicht. De makkelijkste manier is om je kruisbeleg ruimte te creëren is door je patroon in het midden door te knippen, er 1 cm tussen te leggen en weer alles aan elkaar plakken. De overruimte daar merk je niks van bij het in elkaar zetten. Voor nu is dat met dit oefenproject niet aan de orde.
Afijn je hebt het gestikt. Controleer altijd aan de goede kant, dat het een mooie lijn is geworden, en het stiksel niet te klein is.
Er wordt vaak gevraagd of je de naad toeslag korter moet afknippen of uitdunnen. Het antwoord is Nee.
Als je het namelijk korter afknipt, zal je gaan zien dat de naadtoeslag juist gaat krullen. Als straks het kruisbeleg teruggelegd wordt en met picot wordt vast gestikt kan de naad toeslag niet van zijn plaatst.
Afijn het kruisje zit nu aan de bovenkant vast, dus alleen nog op het voorpand. Vervolgens goede kanten van voorpand en achterpand van de kruisnaad tegen elkaar spelden. Ik werk altijd van uit het midden. Ik heb ook altijd op de stofvouw een stipje (passteken) staan. Dus zowel op het kruisbeleg als op lycra.
Dan spelt je de gehele naad vast. Of een rijgraadje zodat het al vastzit. In het begin kan dat je helpen.
Dan sla je het beleg richting de naad die je net gespeld/ geregen hebt.
De truc is dat je naadtoeslag zo komt te zitten dat het straks tussen de lycra en je kruisbeleg komt.
Je zoekt weer het midden van je kruisbeleg, de goede kant leg je over de naad heen en pakt het geheel tussen de 2 lagen vast en zoekt het midden van de zojuist gespelde/geregen naad.
Spelt de naad van het kruisbeleg op de kruisnaad. Controleer als je het op tafel ligt. Dan zie je dat het kruisbeleg met een inslag om de naad heen zit. Als je het goed gedaan hebt, kun je de naad tussen de 2 lagen weer vastpakken en locken dan wel stikken.
Je ziet dat het kruisje er wat ruimer op zit en alle naadtoeslagen zitten tussen de lagen weg gewerkt.
Tip Draag je inlegkruisjes zorg dan dat je kruisbeleg wat groter wordt, want anders laat het inlegkruisje los op de naad.
Voor dames met bolle billen is het kruisbeleg soms wel aan de korte kant. Dus ook dan aan de voorkant wat verhogen.
Beugelband (op vorm 2 reepjes lycra)
Beugelband zet je er altijd ruimer in, maar wel een exacte afstand. De reden dat het overruimte heeft, is omdat het in een ronding gestikt wordt en wordt omgeklapt richting de buitenbocht. En wil je dan dat het plat ligt, zal je wat ruimte nodig hebben.
Dit doe ik ook soms toepassen bij grote ronde deelnaden. Dan altijd even bedenken welke kant valt de naad op en geef dan een 1cm extra als omvouw ruimte.
De meeste beugelband valt rond. Leg het maar eens plat op tafel en vouw het met je handen glad, dan zie je hoe de ronding valt. De binnenbocht van de cup komt ook tegen de binnenbocht van het beugelband aan. Zo zag ik laatst dat men beugelband rond gaat strijken. Dat kan ook, echter valt het meestal al rond
Stap 1
Je spelt de goede kanten op elkaar en stikt de binnenbocht op 1cm naad.
Het beugelband wordt als eerste op de naadtoeslag vastgezet. En zo dat de naadtoeslag richting de buitenbocht valt. Controleer dus als je beugelband vastgespeld zit en je laat het richting de buitenbocht vallen, dat dan de naadtoeslag is weggewerkt. De truc van beugelband aanzetten is dat de rand van het beugelband precies maar dan ook precies tegen het stiksel aankomt. Er niet overheen, niet er onder. Hoe nauwkeuriger jij dit doet, hoe gemakkelijker je het straks bij het doorstikken hebt.
Als je van dat stugge beugelband hebt, maak ik het eerst wat soepeler, door even een beugel erdoor heen te schuiven. Je hoort het vaak knisperen.
Dus je hebt beugelband tegen de binnenbocht aangespeld/geregen en wel zo strak mogelijk tegen het stiksel. Stik dan het beugelband vast alleen op de naadtoeslag vast met een grotere steek (de binnenbocht). Nu zal je misschien zien dat bij bepaalde stukjes van de ronding dat het beugelband niet meer goed tegen het stiksel aan ligt. Haal dat stukje uit en doe het opnieuw. Soms kan het helpen om met je tornmesje het beugelband bij het stikken op zijn plaats te houden.
Stap 2 is het doorstikken. LET OP ALLEEN BIJ DIT VOORBEELD
Normaal doe je dit in een later stadium bij het vervaardigen van de bh. Maar ik wil je toch laten zien hoe je het doet.
Heb je naadtoeslag wat buiten het beugelband komt, knip dat dan weg. De naadwaarde zeker niet uitdunnen dan wel korter afknippen.
Je spelt nu het beugelband aan de goede kant van de stof vast op de buitenbocht.
Nu zal dit met dit stukje lycra alleen wat lastiger gaan, omdat er geen tule achter zit, maar gaat even om de techniek.
Controleer weer of je de goede kant op spelt. De naadtoeslag wordt weggewerkt richting de buitenbocht.
Rijg het vast, evt met een soort zigzag rijgsteek, zodat de buitenkant niet kan verschuiven.
Stik met een grotere stiksteek je beugelband vast aan de goede kant van de stof. Ik zorg dat ik de naald weer verplaats.
Zorg dat je stiksel op 2mm van de rand van het beugelband komt.
Als het goed is, loopt je stiksel aan de binnenkant netjes 2mm van de kant af. Je naad is nu afgewerkt. En je beugel kan erin geschoven worden.
Schouderband aanzetten aan het achterpand (mini stukje achterpand en stukje schouderband)
Je doet eigenlijk hetzelfde als bij picot, maar nu werk je van de binnenkant naar de buitenkant toe.
De lengte van het stukje schouderband is variabel. Ik leer je in eerste instantie dat het 15cm is, maar dat is omdat ik dan bij alle maten goed uitkom. Kijk evt hoe andere lingerie merken dit hebben, of ervaar wat je zelf fijner dan wel mooier vindt.
Je legt de verkeerde kant van de schouderband tegen de verkeerde kant van de lycra.
Let op dat je aan MA altijd een stukje oversteekt. Hoe breder de schouderband hoe meer je oversteekt. Controleer als je het omvouwt, dat je schouderband dan over je MA valt. Want je schouderband komt mee vast te zitten bij het aan naaien van de sluiting.
Stik met een kleine zigzag aan de goede kant van de schouderband. Let op dat je de juiste rand van de schouderband aanstikt. Aan de kant waar hij omgevouwen wordt.
Knip evt alles wat uitsteekt weg. Vouw je schouderband richting de goede kant, hierdoor wordt de naadtoeslag weggewerkt en stik nu de andere kant van de schouderband vast. Met dezelfde steek als eerder. Ook hierbij kun je natuurlijk spelen met je naaldstand.
Schouderband aanzetten oksel (ga je nu niet oefenen) want dat is het zelfde als picot aanzetten.
Je stikt je picot eraan. Je laat aan de bovenkant (bij de zelfkant) een stukje van 3cm van het picot oversteken. Je mag het picot nog niet doorstikken.
Schouderband voorzien van oogjes en ringetjes ( stukje schouderband en 1 paar ringetje en schuifje)
Eerst ga je je schouderbanden voorzien van de schuifjes en ringentjes.
Je hebt voor nu maar stukjes gekregen om te testen.
Je haalt je schouderband door het middelste ding van het schuifje en stikt het vervolgens zo dicht mogelijk tegen de rand aan. In de fabriek kunnen ze dat heel strak er tegenaan stikken, echter wij kunnen dat niet met onze naaimachine. Let op je naald. Hoe vaak hij mij niet is gebeurd dat ik net op het plastic/ ijzertje kwam.
Knip evt overtollige weg. Dan haal je je schouderband door het oogje en vlecht je schouderband verder door het schuifje over het genaaide deel heen. Let erop dat je genaaide stukje aan de binnenkant zit.
De hier ondergenoemde techniek is pas bij je bh.
Nu leg je het schouderband in het verlengde van je oksel/picot. Je schouderband komt hierdoor vast te zitten aan je picot en niet aan het kant. Kant is natuurlijk er kwetsbaar. En het is tot nu toe ook de mooiste afwerking.
Je hebt het nu vastgespeld in je oksel, vouw je picot er omheen en speld het weer vast. De 3cm die je oversteekt, spelt je zo vast dat het richting de schulprand komt over je schouderband.
Vervolgens stik je je picot verder door met een zigzag of stikkende zigzag
Er zal bijna altijd een stukje schouderband zichtbaar zijn. Dit kleine stukje van het schouderband niet weg knippen. Dat zal dan gaan rafelen.
Stel dat je een schouderband hebt van 2cm en je werkt met bijv 2 contrasterende kleuren, dan kan het mooi zijn, om je schouderband helemaal door te laten lopen tot aan je beugelband. Stik het picot net zo door als hierboven genoemd.
Het lastige van de sluiting is dat de breedte van je schouderband versus stof niet te groot mag zijn. Dat is mm werk. Ik zorg er zelf altijd voor dat het 2 a 3mm kleiner is, want met naaien wordt het altijd groter.
Als de bh voor je legt met de rugpanden dicht, dan is de linkerkant de lange kant van je sluiting en de rechterkant de korte kant.
Schuif nu je MA gedeelte in de opening van de sluiting en stik het af met een stiksteek of zigzag. Wat je mooi vindt.
En let erop bij de andere kant, dat de haakjes naar beneden liggen en doe vervolgens hetzelfde. Stikken of zigzaggen. Dit zal wel iets lastiger zijn, vanwege de haakjes die in de weg kunnen zitten.
Maak van alle kennis tot nu toe een goed naslag werk met de bijbehorende naaitechnieken.
Laat het door mij controleren, om te voorkomen dat er fouten insluipen.